Afstelling van een chassis

Karting draait maar om 1 ding, zo snel mogelijk over het circuit gaan. En daar heb je uiteraard iets voor nodig, GRIP, veel grip. Spijtig genoeg zien we dat veel amateurs de zondag gewoon gaan rijden en nooit proberen om de juiste hoeveelheid grip te vinden. Andere amateurs willen wel zoeken naar grip maar weten niet goed hoe ze het moeten doen of doen het verkeerd. Het is een samenspel van je chassis en de banden. Deze moeten perfect op elkaar afgestemd zijn. Na het lezen van redelijk wat artikels, boeken, forums, … kan je al een heel eind vooruit komen. Ik heb die kennis gebundeld met m’n eigen ervaringen op het circuit en het volgende artikel geschreven.

Eerst even zeggen dat iedere dag anders, éénmaal je een goede set-up gevonden hebt voor een circuit is dit een goed beginpunt voor de volgende keer maar de omstandigheden zullen nooit dezelfde zijn. De temperatuur zal verschillen, de hoeveelheid rubber op het circuit zal anders zijn, … We kunnen de problemen opsplitsen in 3 grote groepen die elk hun eigen aanpassingen vragen aan het chassis om ze op te lossen.

1. Overstuur: dit betekend dat de kart achteraan uitbreekt en je dus moet tegensturen om op de baan te blijven.

2. Onderstuur: simpel gezegd betekend het dat wanneer je aan een bocht komt en stuurt de kart gewoon rechtdoor gaat. Dan zal je de bocht trager moeten nemen en ook al vroeger moeten insturen.

3. Teveel grip: wanneer de kart begint te stuiteren in de bochten heb je teveel grip. Dit gebeurt meestal in de zomer wanneer het zeer warm is en je dus automatisch meer grip hebt. Het lijkt alsof je banden aan de baan blijven plakken. Meestal ook een gevolg als je chassis te laag staat maar daar komen we later op terug.

Al deze problemen veroorzaken tijdsverlies, het is ook niet leuk om te rijden met een slecht afgesteld chassis. Het zal de slijtage op de banden ook sterk beïnvloeden wat dan weer extra geld kost op termijn. Wanneer de slijtage niet duidelijk is aan de buitenkant van de band zal ze merkbaar zijn wanneer je de druk opmeet. Algemeen gezien is het verschil tussen een koude en een warme toestand van de band 200gr. Met warme toestand bedoel ik minstens 10-15min rijden. Het is dus ook mogelijk dat je één van de 3 problemen hebt omwille van een verkeerde bandendruk. In dit geval is testen de enigste manier om de oplossing te vinden. Per 50gr aanpassen is aangeraden.

Er zijn wel 2 termen die je moet kennen. Namelijk ‘Camber’ en ‘Caster’. Alle nieuwe chassis’ hebben de mogelijkheid om dit in te stellen. Bij de wat oudere chassis’ kan men excentrieken kopen om dit te kunnen aanpassen. Dit is echter al redelijk gevorderd dus meestal zal je je chassis afstellen zonder deze waarden te veranderen. Om zowel het Caster als de Camber goed aan te passen heb je zowel bovenaan als onderaan excentrieken nodig. Voor alle duidelijkheid, de excentriek zit op de fusee van je kart.

chassis_07

De Camber is de hoek (°) waarmee je wiel op het wegdek staat. Om de slijtage minimaal te houden is dit best altijd een rechte hoek. Een uitwijking naar buiten is positief en één naar binnen dus negatief.

De Caster is helling van de fuseebout. Wanneer deze naar voor leunt zal de kart licht sturen maar vooraan niet veel grip hebben, het omgekeerde gebeurt wanneer de bout naar achter helt. Let wel: deze aanpassingen (camber en caster) veranderen het spoor van je kart dus zorg dat je deze controleert nadien!

Voor we kijken wat je kan veranderen aan je chassis om één van de problemen op te lossen 1 gouden regel: verander altijd maar 1 iets per keer!

Overstuur

1. Maak de voorkant smaller door 1 of meerdere ringen weg te nemen. De smalste ring is meestal 0,5cm van een chassis, indien je direct resultaat wil voelen kan je aan beide kanten 1cm smaller gaan door een dikke ring weg te nemen. Door de voorkant smaller te maken zal de kart rustiger de bocht ingaan wat minder druk brengt op de achteras. De kart zal vlugger insturen.

2. Maak de achterkant breder, hou er wel rekening mee dat er voor bepaalde klasses een maximum breedte bestaat die niet mag overschreden worden. Vanaf de ICA klasse is de algemene regel 140cm. Men meet altijd van de buitenkant van de linkervelg naar de buitenkant van de rechtervelg.

3. Gebruik achteraan langere naven, dit zorgt ervoor dat de achteras minder kan doorbuigen tussen het chassis en de naaf waardoor het geheel stijver wordt.

4. Gebruik achteraan ‘Aluminium’ naven, als je dit al doet kan je deze stap uiteraard overslaan. Aluminium is zwaarder en steviger dan Magnesium waardoor het meer grip biedt.

5. Gebruik vooraan kortere naven, respecteer wel de breedte die je had met de langere dus dan zal je het aantal ringen tussen de naaf en de fusee ook moeten aanpassen. Je kan vooraan ook de aluminium naven vervangen door magnesium naven.

6. Plaats het chassis achteraan in een hogere stand (chassis hoger van de grond), ook wel de regen-setup genoemd. Dit zorgt achteraan voor meer grip. Om een bocht te kunnen nemen moet het binnenste wiel naar boven komen zodat het buitenste wiel kan draaien. Wanneer het chassis hoger van de grond staat zal het binnenste wiel minder makkelijk van de grond komen waardoor de achterkant stabieler wordt. De hoek is groter waardoor er meer druk ontstaat op het buitenste wiel.

7. Verklein de caster hoek, plaats de fusee voorover.

8. Plaats achteraan een torsiebar. Dit maakt het chassis achteraan stijver en zorgt dus voor meer grip.

9. Plaats de stoel meer naar achter, dit zorgt voor meer druk op de achteras waardoor er meer grip ontstaat. Wanneer je aan het rijden bent moet je ook zorgen dat je altijd goed naar achter zit in de stoel om een maximale druk op de achteras te creëren.

10. Probeer wat te spelen met de bandenspanning om te zien als het enig resultaat oplevert. Rij altijd minstens 3-4 ronden om de banden de tijd geven op de juiste temperatuur te komen.

11. Vervang de achteras door een hardere, dit is de meest radicale en ook de duurste oplossing. Maar soms is er geen andere keus. Ieder chassismerk heeft verschillende types achterassen. Van zacht naar hard, hoe harder hoe meer grip ze bieden.

Onderstuur

1. Maak de voorkant breder, hierdoor zal het binnenste achterwiel sneller van de grond komen waardoor de kart makkelijker stuurt.

2. Maak de achterkant smaller, best per 0,5cm per keer aan elke kant.

3. Plaats achteraan kortere naven of vervang de aluminium naven door magnesium naven. Hierdoor wordt de achterkant slapper en krijgt de voorkant meer grip.

4. Plaats vooraan langere naven of vervang de magnesium naven door aluminium naven.

5. Plaats vooraan een torsiebar in het chassis, dit maakt de voorkant direct veel stijver. De kart zal merkbaar beter insturen.

6. Vergroot de caster hoek, plaats de fusee dus meer naar achter.

7. Plaats het chassis vooraan hoger, dit kan je doen door het aantal ringen aan te passen die zich onder en boven de fusee bevinden.

8. Plaats achteraan een zachtere as.

9. Plaats de stoel meer naar voor om druk weg te nemen op de achteras.

10. Plaats het chassis achteraan in de laagste stand (chassis zo dicht mogelijk tegen de grond)

Teveel grip

1. De achteras levert je direct het grootste resultaat en verschil op dus begin met een zachtere te plaatsen.

2. Je hebt alle stappen gelezen die je vooraan en achteraan meer grip opleveren dus doe het omgekeerde en op die manier zal je grip afbouwen.

Conclusie

Wanneer al deze tips geen resultaat opleveren en je nog steeds problemen hebt kunnen er 3 oorzaken zijn:

  • Je bandendruk is totaal verkeerd
  • De banden zijn versleten of te hard voor je type motor
  • Er is iets fundamenteels mis met je chassis. Misschien is het krom of is het zacht geworden waardoor het geen grip meer bied.

Je bandendruk moet je wat aanvoelen, als je na 3 ronden al maximale grip hebt staat ze te hoog, je banden zullen zeer warm worden, je zal beginnen glijden in de bochten en voor je het beseft zijn je banden versleten. Direct binnenkomen en verlagen is de boodschap. Wanneer ze te laag staan zul je nooit grip hebben. Ik begin meestal iets te hoog om dan na een paar ronden binnen te komen en te verlagen. Denk aan de 200gr richtlijn! Veel succes.

Wanneer je aan het karten bent is het handig om je setup bij te houden voor de toekomst. Frederik heeft hiervoor een overzicht gemaakt waar je alles netjes kan bijhouden. Je kan ook rechts klikken op de onderstaande link en dan ‘Doel opslaan als…’ of ‘Save target as…’ kiezen. Op die manier heb je een kopie op je pc.

Klik hier om de setupfile te openen (pdf)

CRG heeft ook een setupfile waar ze de afstelling meegeven voor de positie van de stoel, caster, droog/nat, bandendruk, achterassen, remsysteem, ….

CRG Setup File (pdf)

Share